Wanneer een rechtbank voor het Uniemerk van oordeel is, dat de verweerder inbreuk op een Uniemerk heeft
gemaakt of heeft gedreigd te maken, verbiedt zij de verweerder de betrokken handelingen te verrichten, tenzij er speciale
redenen zijn om dit niet te verbieden. Zij treft tevens maatregelen overeenkomstig het nationale recht om ervoor te
zorgen dat dit verbod wordt nageleefd.
De rechtbank voor het Uniemerk kan tevens de in het toepasselijke recht beschikbare maatregelen of bevelen
toepassen die zij in de gegeven omstandigheden passend acht.