Your professional online presence starts here!

Artikel 140

Indiening, publicatie en doorzending van het verzoek tot omzetting

  1. Een verzoek tot omzetting wordt bij het Bureau ingediend binnen de overeenkomstig artikel 139, lid 4, 5 of 6, gestelde termijn, en vermeldt op welke gronden overeenkomstig artikel 139, lid 1, onder a) of b), voor welke lidstaten en voor welke waren en diensten de omzetting wordt verzocht. Indien om omzetting wordt verzocht na niet-vernieuwing van de inschrijving, gaat de in artikel 139, lid 5, bedoelde termijn van drie maanden in daags na de laatste dag waarop het verzoek tot vernieuwing overeenkomstig artikel 53, lid 3, kon worden ingediend. Het verzoek tot omzetting geldt pas als ingediend wanneer de omzettingstaks is betaald.
  2. Indien het verzoek tot omzetting betrekking heeft op een reeds gepubliceerde aanvraag voor een Uniemerk of op een Uniemerk, wordt de ontvangst van dat verzoek in het register aangetekend en wordt het verzoek tot omzetting gepubliceerd.
  3. Het Bureau gaat na of de verzochte omzetting voldoet aan de voorwaarden van deze verordening, met name artikel 139, leden 1, 2, 4, 5 en 6, en lid 1 van dit artikel, alsmede aan de vormvereisten van de krachtens lid 6 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling. Indien niet aan de voorwaarden van het verzoek is voldaan, stelt het Bureau de indiener van de gebreken in kennis. Indien de gebreken niet binnen de door het Bureau te stellen termijn zijn verholpen, wijst het Bureau het verzoek tot omzetting af. Wanneer artikel 139, lid 2, van toepassing is, verklaart het Bureau het verzoek tot omzetting alleen niet-ontvankelijk voor de lidstaten waarvoor omzetting krachtens die bepaling uitgesloten is. Wanneer de omzettingstaks niet binnen de in artikel 139, lid 4, 5 of 6, voorgeschreven termijn van drie maanden is betaald, stelt het Bureau de aanvrager ervan in kennis dat het verzoek tot omzetting wordt geacht niet te zijn ingediend.
  4. Indien het Bureau of een rechtbank voor het Uniemerk de aanvraag voor een Uniemerk heeft afgewezen of het Uniemerk op met de taal van een lidstaat verband houdende absolute gronden nietig heeft verklaard, wordt omzetting krachtens artikel 139, lid 2, uitgesloten voor alle lidstaten waar die taal een van de officiële talen is. Indien het Bureau of een rechtbank voor het Uniemerk de aanvraag voor een Uniemerk heeft afgewezen of het Uniemerk nietig heeft verklaard op absolute gronden die in de hele Unie van toepassing blijken te zijn, of wegens een ouder Uniemerk of ander industriële-eigendomsrecht op het niveau van de Unie, wordt omzetting krachtens artikel 139, lid 2, voor alle lidstaten uitgesloten.
  5. Wanneer het verzoek tot omzetting voldoet aan de in lid 3 van dit artikel bedoelde voorwaarden, zendt het Bureau het verzoek tot omzetting en de in artikel 111, lid 2, vermelde gegevens toe aan de centrale bureaus voor industriële eigendom van de lidstaten, met inbegrip van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, waarvoor het verzoek ontvankelijk is verklaard. Het Bureau stelt de aanvrager in kennis van de datum van toezending.
  6. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast met betrekking tot:
    (a) de nadere gegevens die moeten worden opgenomen in een verzoek tot omzetting van een aanvraag voor een Uniemerk of een ingeschreven Uniemerk in een aanvraag voor een nationaal merk op grond van lid 1;
    (b) de nadere gegevens die overeenkomstig lid 2 moeten worden opgenomen in de publicatie van het verzoek tot omzetting. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 207, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.