Artikel 180
Datum waarop de betaling wordt geacht te zijn verricht
- In de in artikel 179, lid 1, eerste alinea, bedoelde gevallen, is de datum waarop de betaling aan het Bureau wordt
geacht te zijn verricht de datum waarop het bedrag van de storting of overschrijving daadwerkelijk op een bankrekening
van het Bureau verschijnt.
- Wanneer de in artikel 179, lid 1, tweede alinea, bedoelde betalingsmethoden kunnen worden gebruikt, bepaalt de
uitvoerend directeur de datum waarop deze betalingen worden geacht te zijn verricht.
- Indien, krachtens de leden 1 en 2, de betaling van een taks niet wordt geacht te zijn verricht vóór het verstrijken
van de termijn, wordt aangenomen dat deze termijn toch in acht genomen is indien aan het Bureau het bewijs wordt
geleverd dat degene die de betaling in een lidstaat heeft verricht binnen de gestelde termijn, wel degelijk een bankin
stelling opdracht heeft gegeven om het bedrag van de betaling over te schrijven en een toeslag heeft betaald van 10 %
op de betrokken taks of taksen, met een maximum van 200 EUR. Geen toeslag is verschuldigd indien de betrokken
opdracht aan de bankinstelling uiterlijk tien dagen vóór het verstrijken van de betalingstermijn is gegeven.
- Het Bureau kan de betaler verzoeken te bewijzen op welke datum de in lid 3 bedoelde opdracht aan de bankin
stelling is gegeven en, indien nodig, de betrokken toeslag binnen een gegeven termijn te betalen. Indien die persoon
hieraan geen gevolg geeft of het bewijs ontoereikend is of indien de vereiste toeslag niet tijdig wordt betaald, wordt de
betalingstermijn geacht niet te zijn nageleefd.