Your professional online presence starts here!

Artikel 209

Bepalingen betreffende de uitbreiding van de Unie

  1. Vanaf de datum van toetreding van Bulgarije, Tsjechië, Estland, Kroatië, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije („de nieuwe lidstaten”), wordt de geldigheid van een voor de desbetreffende datum van toetreding uit hoofde van deze verordening ingeschreven of aangevraagd Uniemerk uitgebreid tot het grondgebied van de nieuwe lidstaten, waardoor het dezelfde rechtsgevolgen in de gehele Unie krijgt.
  2. De inschrijving van een Uniemerk waarvoor op de datum van toetreding een aanvraag is ingediend, kan niet worden geweigerd op basis van één van de in artikel 7, lid 1, vermelde absolute weigeringsgronden, indien die gronden louter wegens de toetreding van een nieuwe lidstaat van toepassing worden.
  3. Tegen de inschrijving van een Uniemerk die is aangevraagd tijdens de periode van zes maanden die aan de datum van toetreding voorafgaat, kan krachtens artikel 46 oppositie worden ingesteld indien in een nieuwe lidstaat vóór de toetreding een ouder merk of een ander ouder recht in de zin van artikel 8 was verworven, op voorwaarde dat het te goeder trouw is verkregen en dat de datum van indiening, of, waar van toepassing, de voorrangsdatum of de datum van verkrijging in de nieuwe lidstaat van het oudere merk of andere oudere recht voorafgaat aan de datum van indiening of, waar van toepassing, de voorrangsdatum van het aangevraagde Uniemerk.
  4. Een Uniemerk als bedoeld in lid 1, kan niet ongeldig worden verklaard, a) op grond van artikel 59, wanneer de gronden voor ongeldigheid alleen voortspruiten uit de toetreding van een nieuwe lidstaat;
    (b) op grond van artikel 60, leden 1 en 2, indien het oudere nationale merk voor de datum van toetreding in een nieuwe lidstaat is ingeschreven, aangevraagd of verkregen.
  5. Het gebruik van een Uniemerk als bedoeld in lid 1, kan overeenkomstig de artikelen 137 en 138 worden verboden, indien het oudere merk of oudere recht in de nieuwe lidstaat voor de datum van toetreding van die staat te goeder trouw is ingeschreven, aangevraagd of verkregen, dan wel, in voorkomend geval, een voorrangsdatum van vóór de toetreding van de staat had.