Artikel 47
Onderzoek van de oppositie
- Bij het onderzoek van de oppositie verzoekt het Bureau, zo dikwijls als nodig, de partijen binnen een door het
Bureau te stellen termijn te antwoorden op mededelingen van de andere partijen of van het Bureau zelf.
- Op verzoek van de aanvrager levert de houder van een ouder Uniemerk die oppositie heeft ingesteld, het bewijs
dat in de termijn van vijf jaar vóór de datum van indiening of de datum van voorrang van de aanvraag voor het
Uniemerk het oudere Uniemerk in de Unie normaal is gebruikt voor de waren of diensten waarvoor het ingeschreven is
en waarop de oppositie gebaseerd is, of dat er geldige redenen zijn voor het niet-gebruik, voor zover het oudere
Uniemerk op die datum sinds ten minste vijf jaar ingeschreven was. Bij gebreke van dat bewijs wordt de oppositie
afgewezen. Indien het oudere Uniemerk slechts wordt gebruikt voor een deel van de waren of diensten waarvoor het is
ingeschreven, wordt het voor het onderzoek van de oppositie geacht alleen voor dat deel van de waren of diensten te
zijn ingeschreven.
- Lid 2 is van toepassing op de in artikel 8, lid 2, onder a), bedoelde oudere nationale merken, met dien verstande
dat het gebruik in de Unie wordt vervangen door het gebruik in de lidstaat waar het oudere nationale merk beschermd
wordt.
- Indien het Bureau dat nuttig acht, verzoekt het partijen tot een minnelijke schikking te komen.
25
- Indien uit het onderzoek van de oppositie blijkt, dat het merk niet kan worden ingeschreven voor alle of een deel
van de waren of diensten waarvoor het Uniemerk wordt aangevraagd, wordt de aanvraag voor de betrokken waren of
diensten afgewezen. Zo niet, dan wordt de oppositie afgewezen.
- Wanneer de beslissing waarbij de aanvraag wordt afgewezen onherroepelijk is geworden, wordt zij gepubliceerd.