Gronden van verval
Naast de in artikel 58 genoemde gronden, wordt de houder van een collectief Uniemerk op vordering bij het Bureau of
op reconventionele vordering in een inbreukprocedure van zijn rechten vervallen verklaard wanneer:
(a) de merkhouder geen redelijke maatregelen neemt om te voorkomen dat het merk wordt gebruikt op een wijze die
niet strookt met de eventuele voorwaarden van het reglement, waarvan wijzigingen zo nodig in het register vermeld
zijn;
(b) door de wijze waarop de merkhouder het merk gebruikt heeft, het publiek kan worden misleid in de zin van
artikel 76, lid 2;
(c) een wijziging van het reglement in het register vermeld is in strijd met artikel 79, lid 2, tenzij de merkhouder door
een nieuwe wijziging van het reglement voldoet aan de in dat lid gestelde eisen.