Gronden van verval
Naast de in de artikel 58 genoemde gronden van verval worden de rechten van de houder van een Uniecertifice
ringsmerk op vordering bij het Bureau of op reconventionele vordering in een inbreukprocedure vervallen verklaard in
een van de volgende gevallen:
(a) de houder voldoet niet langer aan de vereisten van artikel 83, lid 2;
(b) de houder neemt geen redelijke maatregelen om te voorkomen dat het Uniecertificeringsmerk wordt gebruikt op een
wijze die niet verenigbaar is met de voorwaarden van het gebruiksreglement, waarvan wijzigingen in voorkomend
geval in het register zijn vermeld;
(c) het publiek kan worden misleid in de zin van artikel 85, lid 2, door de wijze waarop de merkhouder het Uniecertifi
ceringsmerk heeft gebruikt;
(d) een wijziging van het reglement voor het gebruik van het Uniecertificerings is, in strijd met artikel 88, lid 2, in het
register vermeld tenzij de merkhouder door een nieuwe wijziging van het gebruiksreglement voldoet aan de in dat
artikel gestelde eisen.